De Panther-Stellung langs de Rijn

‘Ich befehle zur Herstellung der Verteidigungsbereitschaft des Westwalls: a. Die Verstärkung der Stellung (einschliesslich der einzubeziehenden Teile der Maginot-Linie) durch feldmässigen Ausbau; b. den feldmässigen und womöglich ständigen Ausbau der bereits erkundete Verlängerung des Westwalls bis an die IJssel-See.’

Zo luidt de opdracht van Hitler in zijn ‘Befehl über Herstellung der Verteidigungsbereitschaft des Westwalls’ van 30 augustus 1944.

Na de geallieerde opmars vanuit Normandië, beveelt Hitler onder meer de bouw van de Panther-Stellung als een van de verlengstukken van de Westwall. Vooraf is al gezocht naar gunstige locaties. De noordkant van de Rijn tussen Kleef en de Grebbeberg voldoet prima. Vanaf dat punt kan de stelling mooi meeliften met de Grebbelinie richting het IJsselmeer. Als de geallieerden vanuit het zuiden of westen van Nederland naar Duitsland willen doorstoten, dan moet deze stelling als eerste hun opmars vertragen of blokkeren.

Bescherming van Duitsland

Rauter is onder meer de SS-Obergruppenführer in bezet Nederland én Generalkommissar für das Sicherheitswesen. Deze mondvol maakt hem verantwoordelijk voor de veiligheid en de bouw van verdedigingswerken, onder meer ter verdediging van het nieuwe front van Tiel tot aan Emmerich. De Panther-Stellung vormt een belangrijke schakel in dit gebied.

Rauter organiseert de aanleg van versterkingen op de Veluwe, in de Liemers en bij de bruggen over de IJssel. Tussen de IJssel en Duitsland komen nog andere elkaar kruisende stellingen waarmee hij het oosten van Nederland tussen de Rijn, de IJssel, het IJsselmeer en de Waddenzee onder controle krijgt. In combinatie met inundatie en andere linies in Oost-Nederland beschermt dit verdedigingsstelsel Duitsland tot aan de Waddenzee. De bouw start begin september 1944; dus nog voordat Operatie Market Garden plaatsvindt.

Strategische natuurlijke barrières

De Rijnkade in Arnhem met de vernielde verkeersbrug op de achtergrond, 1945

Van oudsher vormen rivieren, heuvels en moerassen natuurlijke barrières. Het gebied ten noorden van de Rijn is strategisch ideaal voor een verdedigingslinie. In het zuiden ligt de zompige Betuwe als voorterrein. Een oprukkende vijand kan daar moeilijk passeren met tanks en ander zwaar materieel. Dan volgen de rivier en de stellingen aan de overzijde. Ter hoogte van de zuidelijke Veluwezoom heeft de verdedigende partij nog een extra voordeel. Daar ligt een tientallen meters hoge en beboste stuwwal. Deze biedt dekking aan ingegraven militairen, plus vrij zicht en een ruim schootsveld over de naderende vijand.

De Panther-Stellung in de Liemers

In de Liemers komen vijf verschillende Duitse verdedigingslinies. 1. De linie van oost naar west langs de Rijn (de Panther-Stellung), 2. de noordwaartse linie van de Rijn bij Pannerden via Zevenaar naar de IJssel bij Doesburg, waar deze aansluit op Rauters ‘IJsselsperrlinie’, 3. de noordwaartse linie ten oosten daarvan langs Didam, 4. de noordwaartse linie van Spijk, via Elten en Beek naar Doetinchem (de Beek-Riegel). Tussen de beginpunten van de dwarslinies bij Pannerden en bij Spijk komt als vijfde linie nog een verbindingslinie genaamd de Krokus-Stellung. De militaire planners verbloemen bij voorkeur hun strategie. De nieuwe Panther-Stellung begint tussen Kleef en Emmerich langs de noordoever van de Rijn en komt Nederland binnen bij Spijk. Verbindingsloopgraven volgen hier de dijken en wegen. Verder verschijnt er geschut langs de wegen en bij de steenfabrieken langs de rivier.

Van Spijk naar Westervoort

Vanaf Spijk loopt de Panther-Stellung aan de noordzijde van de Rijn verder. De linie komt door Lobith, Tolkamer, Herwen, Aerdt, Babberich, Pannerden, Groessen, Loo, Duiven en Westervoort. Verder behouden de Duitsers belangrijke bruggenhoofden in de Betuwe op de zuidoever van het Pannerdens Kanaal en de Rijn. Een deel van het stellingwerk in de uiterwaarden moet later worden verlegd, nadat hoogwater tijdens de winter het graafwerk heeft weggevaagd.

Ten zuiden van dit traject is vanaf de Duitse grens tot onder Huissen in de Betuwe de Primel-West als linie aangegeven. Nog wat zuidelijker loopt een extra linie vanaf de Primel-West-linie tussen Huissen en Bemmel. Deze linie gaat via Elst naar Zetten vrijwel recht richting het westen en is genaamd de Tulipe-Stellung. Waarschijnlijk bestaat deze stelling voornamelijk uit een te inunderen gebied; een waterlinie dus. In dit oostelijke deel van de Betuwe zijn verspreid liggende versterkingen aangebracht, maar is er geen sprake van een aaneengesloten linie.

Westervoort en de IJssellinie van 1944

Vlak voor Westervoort splitst de IJssel zich af van de Rijn en stroomt richting het noorden verder. Aan de Arnhemse kant van de IJssel staat Fort Westervoort. Op 10 mei 1940 bliezen Nederlandse militairen de vlakbij gelegen spoorbrug uit voorzorg op toen een Duitse pantsertrein naderde. Een half jaar later hebben de Duitsers de brug weer hersteld. Bij Westervoort begint de IJssellinie. Ook dit verdedigingswerk (niet te verwarren met de gelijknamige linie uit de Koude Oorlog) wordt vanaf september 1944 in allerijl aangelegd. Deze linie volgt de rivier naar Zwolle en gaat daar over in de Frieslandriegel of Assener Stellungen. Het traject eindigt bij Delfzijl. Hiermee verlengen de Duitsers hun Westwall tot aan de Duitse grens bij de Waddenzee.

De Panther-Stellung in Arnhem

Detail linie uit militaire kaart Arnhem East overprint 21 maart 1945 Arnhem

Tegenover Westervoort in de Liemers loopt de Panther-Stellung verder naar het stadscentrum van Arnhem via de spaarzaam bebouwde polders Pleij, Kleefse Waard, Arnhemse Broek en IJsseloord. De felbevochten Rijnbrug is weer in Duitse handen. Nadat de brug door een geallieerd bombardement wordt vernietigd, gebruiken de Duitsers boten en een veerpont voor de rivieroversteek naar Malburgen en de Praets tegenover het stadscentrum op de zuidoever van de Rijn.

Arnhem en een deel van het naastgelegen Oosterbeek vormen samen een vesting binnen de linie. De Duitsers houden vanaf september 1944 serieus rekening met een nieuwe geallieerde landing bij Oosterbeek en Arnhem. Daarom wordt dit bebouwde gebied rondom gefortificeerd met stellingen. Er komt een gordel van verbindingsloopgraven, geschutsopstellingen, enkele kleine bunkers, wegversperringen, tankgrachten en andere barricades.

Via onder meer de Rijnkade, Onderlangs, de Utrechtseweg, en Klingelbeek loopt de linie door naar de Benedendorpsweg in Oosterbeek. De opgeblazen spoorbrug over de Rijn ligt deels in het water. Het spoortalud biedt hier aan weerszijden van de rivier prima dekking voor schutters die zich in verbindingsloopgraven kunnen opstellen.

Bij station Oosterbeek-Laag splitst de linie zich. Een traject loopt naar het westen door tot de Grebbeberg bij Rhenen. Een ander traject hoort bij de gordel om Arnhem heen en loopt noordwaarts onder meer via Mariëndaal de Schelmseweg en de wijk Geitenkamp naar Bronbeek, Elsweide, Presikhaaf, het Arnhemse Broek en terug naar de Rijn. Aan de overzijde van de rivier zijn de Stadswaarden en de Veerpolder in Arnhem-Zuid ook afgesloten door loopgraven en geschutsopstellingen.

De Panther-Stellung in Oosterbeek

Dwars door het dorp Oosterbeek en de landgoederen Lichtenbeek en Warnsborn ligt een tweede linie ten westen van Arnhem. Deze keert via het Hoge Erf eveneens terug naar de Schelmseweg.

Overal worden kilometers lange loopgraven aangelegd met schuttersputten en geschutsopstellingen. Verspreid langs de ringlinie, in de stad en daarbuiten komen bovendien bunkers, prikkeldraadversperringen, mijnenvelden, anti-tankgrachten en andere barricades.

Landschappelijk gezien hebben de Duitsers hier de beste positie. Hun stellingen op de stuwwal bieden uitzicht op de drassige gronden van de Overbetuwe waar de geallieerden zich bevinden. Om een geallieerde opmars verder te bemoeilijken, blazen de Duitsers begin december 1944 de dijk op tussen Elden en Driel.

Het traject van Oosterbeek tot de Grebbeberg

Vanaf Oosterbeek vervolgt de Panther-Stellung haar route vlak langs de Rijn en op de stuwwal. Een brede strook langs Heveadorp, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum, Renkum en Wageningen komt vol loopgraven te liggen. Ook hier staat geschut strategisch opgesteld en omvat de linie onder meer schuilposten, observatieposten en mijnenvelden.

Uiteindelijk verlaat de stelling de rivier en buigt zij tussen Wageningen en Rhenen via de Gelderse Vallei en de Grebbe naar het noorden af. Aan de Grebbelinie moet nog veel worden gedaan. De Duitsers hebben weinig aan de Nederlandse kazematten om hun land te beschermen. Die zijn namelijk op het oosten gericht. …

De Nederlandse schanswerkers hebben weinig belangstelling voor het traject. Voor hen is van belang of ze in het zicht van de geallieerden moeten graven of niet.

Aantallen dwangarbeiders

Tussen september 1944 en de bevrijding in april 1945 werken naar schatting tienduizend dwangarbeiders op enig moment in het Arnhemse deel van het spergebied aan de linie. Exacte aantallen over deze periode zijn niet bekend. Wel zijn er volgens Sijes in maart 1945 nog 1.736 mannen in Zevenaar betrokken, 3.280 mannen in Arnhem en 4.322 Nederlandse Westwall-arbeiders in Ede.

Lees verder over de aanleg van de linie en de belevenissen van de mannen op de bouwlocaties in de publicaties van Graven in de vuurlinie.

(Bron afbeeldingen: Foto boven: Gelders Archief 1584 – 821, loopgraven in de Arnhemse Rijnkade, 1945, fotograaf Nico Kramer, CC-BY-4.0 licentie. Foto uitsnede militaire kaart bouwlocatie Arnhem: 6 N.W. Arnhem East, Holland: [overprint], 1945, © Government of Canada. Reproduced with the permission of Library and Archives Canada (2022). Library and Archives Canada/Department of National Defence fonds/e999909533-u.)

© 2024 Copyright Graven in de vuurlinie